Surinaamse lintje voor onthullend onderzoek naar vergeten boeroes

IJSSELSTEIN • Burgemeester Van Domburg bracht deze week met bloemen en felicitaties een bezoek aan Paul Droog. De reden: Droog ontving op de Surinaamse ambassade een hoge onderscheiding.

Droog kreeg de Eremedaille in goud verbonden aan de Ereorde van de Gele Ster - hier vergelijkbaar met een hoge Koninklijke onderscheiding- voor onderzoek naar de geschiedenis van de boeroes; afstammelingen van een groep Nederlandse kolonisten. Hij beheert de site boeroes.nl, is verbonden aan Stichting Boeroe kon makandra en is vraagbaak voor alles wat met de boeroes te maken heeft.
Hij kwam in Suriname met hun geschiedenis in aanraking door echtgenote Sandra - een nazaat van de boeroes - die in de bus van iemand een kopietje kreeg over de genealogie van haar familie. Ook de vragen van hun dochter naar opa en oma zette hem aan om in de geschiedenis te duiken van, zoals later bleek, een ‘vergeten' groep mensen. De geschiedenis begint in 1845 als vier schepen met 50 gezinnen en 40 vrijgezellen - vooral arme mensen - in Suriname aankomen onder leiding van dominee Van den Brandhof. Aanleiding: de naderende afschaffing van de slavernij en het verwachte tekort aan landbouwers. Er was een huis, vee en land beloofd. Maar er was nauwelijks iets en velen stierven kort na aankomst aan tyfus, waarvan uit recent onderzoek door Jaap van Dissel bleek dat dit dysenterie was.
Saillant detail: onder de kolonisten was ook een IJsselsteinse: Johanna Ruijsch, geboren in 1797, getrouwd met Gijsbert van Dijk. Ook haar 15-jarige zoon stierf aan dysenterie. De transcriptie van oude brieven onthult een pijnlijke geschiedenis van armoede en misstanden. "Afstammelingen van de boeroes worden denigrerend 'witte Surinamers' genoemd, maar zijn al zeven generaties echte Surinamers", aldus Sandra. "De familie Van Dijk is met 2.300 nakomelingende grootste groep."

Lysette Verwegen