Zo schilde opa vroeger de wilgentenen
Algemeen
12
keer gelezen
IJsselstein - Voor Ella iets nieuws, voor opa Peter Doesburg een bekend werkje: teenschillen. “Dat deed vroeger de halve stad. Zo kon ik als jochie een paar centen verdienen”, vertelt hij zijn kleindochter. “In de grachten stonden bossen wilgentenen te wellen, zodat we de schil makkelijk van de tenen konden trekken.’’
De boeren zorgden voor het gereedschap – de teenijzers – en de wilgentenen.
Terwijl opa en kleindochter bij Museum IJsselstein samen de wilgentenen door het teenijzer trekken vertelt hij: “Voor tien bossen kreeg ik in 1958 een papieren gulden. Mijn handen waren daarna nog drie weken bruin door het wilgensap.”
De tenen werden gebruikt door de IJsselsteinse mandenmakers.