Duurzaam maar eenzaam
Algemeen
101
keer gelezen
December 2008. Ik schrijf een waar gebeurd kerstverhaal om voor te lezen tijdens het familiediner. Over Man en Vrouw en over Boom, hun kerstboom. Vrouw is ziek en Man gaat alleen naar het Verantwoorde Kerstbomenterrein. Het is moeilijk kiezen, maar hij vindt Boom. Broer van Boom wordt het niet, want die is nogal gehavend aan zijn takken. De takken waarmee hij ooit zijn broertje Boom uit de wind hield. Het wordt een onderdrukt emotioneel afscheid tussen Boom en Broer. Vrouw is blij met Boom. “Ze zeurt niet zoals alle andere jaren bij het optuigen”, constateren de kerstballen.
Man en Vrouw zijn een beetje een typisch echtpaar, want iedere dag begroeten ze Boom. “Tegen Boom praten is goed,” volgens Man. “Dan behoudt hij beter zijn naalden. Dat hoorde ik op televisie in Man bijt Hond.”
Het is de dag voor Kerstavond 2008. Man leest Vrouw voor uit de Zenderstreeknieuws. “De gemeente IJsselstein gaat ervoor zorgen dat gebruikte kerstbomen weer terug op het veld geplaatst gaan worden. Op 10 januari kunt u….”. Boom springt bijna met kluit en al uit zijn pot, want dat betekent een niet verwachte hereniging met Broer. Zo wordt Boom ook duurzaam. In 2009, 2010 en 2011 komt hij in december vanuit de gemeentetuin weer bij Man en Vrouw. Boom boet ieder jaar aan kracht in, maar toch probeert hij elke decembermaand weer te stralen in hun huiskamer.
In 2012 durven Man en Vrouw het niet meer aan; Boom blijft in de gemeentetuin. Man en Vrouw bezoeken hem regelmatig. Ze bemoedigen hem, want inmiddels staat hij in zijn eentje. Het plekje achter in de gemeentetuin vindt hij niet zo erg. Man en Vrouw gooien regelmatig wat mest over het hekwerk aan zijn voeten. Maar zelfs het houten hart dat ze aan zijn voeten hebben gegooid met de tekst ‘Zet ‘m op!’, kan niet verhullen dat Boom zich eenzaam voelt. Broer is inmiddels dood. Wat zou het fijn zijn om eens met soortgenoten te sparren. Daarom hierbij een oproep aan alle kerstbomen dit jaar: ‘Kerstbomen, verenigt u! Vanaf 10 januari in de gemeentetuin!’
Marie-José de Zeeuw