Loflied op IJsselstein

Er zijn spreuken die je op een tegel zou moeten schilderen en aan de muur zou moeten hangen. Mijn favoriete wandspreuk luidt: ‘Je krijgt eerder spijt van wat je níét gedaan hebt dan van wat je wél gedaan hebt’.

Ik liep ooit op een schemerige winternamiddag door de Utrechtsestraat. Daar was toen nog een platenzaak. Voor de deur stond een bord met de aankondiging ‘Herman Berkien signeert’. Binnen zat de Utrechtse cabaretier naast de eigenaar in een lege winkel een beetje mistroostig door zijn ronde brillenglazen te kijken. Ik heb nog altijd spijt dat ik toen niet naar binnen ben gelopen om een gesigneerde cd te kopen en een praatje te maken. Nu zou ik dat zeker gedaan hebben; mét een selfie.

Als ik op de basiliek sta / kijk ik apetrots omlaag...

Herman Berkien hoorde met Hennie Oliemuller tot de iconen van het onvervalste Utrechtse cabaret. Hilarisch was zijn advies aan een fictieve corpulente tante: ‘Taante Rietepiet, paas straaks in de hemel maar op daat je geen nest jonge engelen plaat traapt!’ Hij was de mentor van Tineke Schouten, onnavolgbare vertolker van het ‘Aalgemeen Plaat Uterègs’ en schrijver van het onofficiële Utrechtse volkslied ‘Utereg me staadsie’.

Ook bewerkte hij Rijk de Gooijers ‘Aals ik boven op de Dom sta’. Herman Berkien, hij is vijftien jaar na zijn overlijden nog steeds niet vergeten.

Met hem in herinnering heb ik een aangepaste tekst voor ‘Aals ik..’ geschreven; als loflied op IJsselstein. Om mee te zingen:

Als ik op de basiliek sta / kijk ik apetrots omlaag / Dan zie ik het oude raadhuis, de molen en de waag / En die mooie oude toren; nee, ik raak nooit uitgepraat / omdat er geen mooier sta-adje / dan IJsselstein bestaat! (2x) Misschien leuk voor het komende carnaval, inmiddels in 2022, áls dat tenminste doorgaat…

de ijsselsteinse column | rinus verweij