Je bent nooit te oud om te kolven

CABAUW • Iedereen in Cabauw kent Gert Vermeulen (90) van de voetbalclub. Maar hij is ook een verdienstelijk kolver. De oud-voorzitter en voormalig eerste elftal-speler van VV Cabauw is een prominent lid van de kolfclub ‘Keerniet’ en een bewijs dat je nooit te oud bent om deze bijzondere baansport te beoefenen, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de middeleeuwen.

De Cabauwse kolfclub werd rond 1860 opgericht en trad in 1904 toe tot de Nederlandse Kolfbond. Er werd destijds gespeeld in het Volkskoffiehuis, ook wel genoemd café De Roos, schuin tegenover het huidige gemeenschapshuis In ‘t Witte Paard. Tot 1962 werd daar de kolfsport actief beoefend, ook door de heer Vermeulen.

Het eeuwfeest kon de club nog net vieren, maar kort daarna moest de baan worden afgebroken, waarmee het kolven uit Cabauw verdween. Het voetballen en het biljarten kregen de overhand. Heden ten dage herinnert nog wel een straat met de naam Kolfbaan aan de eens zo enthousiast beoefende eeuwenoude volkssport. Maar dat enthousiasme voor de kolfsport is teruggekeerd. Er werd een ruimte gevonden in het jeugdgebouw ‘t Gossie, waar een mobiele baan gelegd kan worden van 12,5 meter lang en 5 meter breed. Na diverse demonstratiewedstrijden met medewerking van de Nederlandse Kolfbond ging de Kolfclub Keerniet Cabauw op 1 september 2018 - honderd jaar nadat kastelein Jacobus Hoefnagel uit Cabauw Nederlands kampioen was geworden- weer van start met 20 leden. Inmiddels zijn er 31 leden; 3 dames en 28 heren.

De ‘Vermeulenbal’

Als oudste en meest ervaren speler laat Gert Vermeulen menigmaal zien dat hij het spelletje nog niet verleerd is. In het genoemde speelveld staat een voorpaal en een achterpaal op circa 8 meter van elkaar. Er wordt gespeeld met een kliek - een soort hockeystick - en een gummibal. De opklap van de heer Vermeulen wordt een ‘vermeulenbal’ genoemd en is een begrip geworden onder de leden. Hij probeert de bal vanaf de achterpaal een zodanige snelheid mee te geven dat deze zeer langzaam naar de voorpaal rolt. In het kolfjargon moet de bal bij voorkeur ‘tussen de tietjes blijven’. Als de bal voor de paal blijft liggen, is dat een ideale positie om een mooie score met de puntenklap te maken.

Uit de kolfsport zijn vele gezegden voortgekomen zoals ‘Paal en perk stellen’ en ‘Je kunt het meteen, maar je leert het nooit’. Maar ook ‘De eerste klap is een daalder waard’ en natuurlijk: ‘Dat is een kolfje naar mijn hand!’

En zo worden er bij Kolfclub Keerniet, volgens Wikipedia de enige kolfclub in de provincie Utrecht, iedere woensdag en donderdag onderlinge wedstrijden gespeeld, meestal met drie personen tegelijk of meer. Ieder speelt voor zich. De mensen die niet spelen vermaken zich met het kijken naar het spel van anderen, onder het genot van een drankje en het gezellig keuvelen met elkaar.