Vijftien jaar leven en dood in het Hospice IJsselstein
Algemeen
244
keer gelezen
IJsselstein - Het Hospice IJsselstein bestaat vijftien jaar. De term ‘hospice’ is al bekender geworden, maar er zijn maandelijkse inloopmiddagen en een symposium voor nodig om meer bekendheid te creëren.
“Veel mensen schuiven alles wat met de dood te maken heeft voor zich uit”, ervaren vrijwilligers Jules Hendriks, Antoinette van Herpen en professionals Alie Schouten en Gerbiene van den Oever. “We leven, dus ‘doodgaan’ bestaat niet. Bij levensbedreigende aandoeningen wordt de mogelijke dood zelfs verdrongen.” Maar sterven en de zorg rond sterven hoort steeds meer bij het leven: “Door de vergrijzing en door toename van het aantal alleenstaanden; dan moet je als naaste met de zorgvraag naar buiten.” Bijvoorbeeld naar het hospice, als de zorg thuis niet meer mogelijk is of te zwaar wordt en de levensverwachting van de patiënt nog enkele maanden is.
In het hospice wordt palliatieve zorg verleend. “We begonnen met drie bedden, nu zijn dat er zes.” Palliatieve zorg is een jong specialisme. Het is niet alleen de ‘warme’ zorg – een eitje bakken of een arm om iemand heen – maar ook de verpleegkundige en medische zorg rond de aandoening. Schouten noemt het kernachtig: “We kunnen geen dagen toevoegen aan het leven, maar wel leven aan de dagen.” En dat betekent kwaliteit toevoegen, zowel lichamelijk als sociaal en spiritueel. “Dat doen we voor onze gasten én voor hun naasten. Het gaat erom pijn, verdriet, vermoeidheid en lichamelijke ongemakken te verzachten. En in de laatste dagen begeleiding om tijd en ruimte te maken om te kunnen sterven.”
Toch is het geen groot tranendal. “Er zijn reflecties, bijzondere ontmoetingen en soms geheimen die tot een mooie omslag kunnen leiden. Het is gezellig, net als thuis. En dat is de bedoeling: praten met een lach en een traan, koken, soms zelfs een borreltje. De gast bepaalt de toon. Maar als ‘het uur U’ daar is, moeten we schakelen.” Iedereen gaat anders om met sterven. “Van het afwerken van een bucketlist tot passief, boos of vrolijk. Het hospice kan zelfs een opleving teweeg brengen. Iemand noemde het eens ‘van de hel in de hemel’; alleen rust, aandacht en invulling van laatste wensen.”
Personeel en vrijwilligers hebben een VVV-functie; “Veilig vertrouwde vreemde”, legt Alie uit. “We zijn betrokken, maar geen naasten. Zes weken na de uitvaart voeren we een nazorggesprek, tweemaal per jaar zijn er gedachtenisvieringen en we sturen een kaartje op de eerste sterfverjaardag. Dan is het afgerond, al krijgen vooral vrijwilligers nog wel eens reacties als ze toevallig nabestaanden ontmoeten.”