Vijf jaar

Ik neem soms vanuit IJsselstein de sneltram naar Utrecht, en telkens als ik die vervloekte plek passeer denk ik er weer aan, en ik ben vast niet de enige: het 24 oktoberplein. Afgelopen week was het precies vijf jaar geleden dat psychopaat Gökmen T. daar vier mensen doodschoot en meerdere mensen ernstig verwondde.

Toen ik die dag op de radio het nieuws hoorde belde ik ongerust mijn dochter, die ook wel eens vanuit Utrecht de tram nam. Gelukkig nam ze meteen op. Volgens burgemeester Dijksma verloor Utrecht op 20 maart 2020 zijn onschuld. Volgens mij verloor Utrecht al veel eerder zijn onschuld; op 22 september 1977, toen een Duitse terrorist van de Rote Armee Fraktion twee agenten neerschoot, van wie er één ternauwernood overleefde. Die terrorist loopt overigens alweer 29 jaar vrij rond. 

Mijn vroegere woonplaats Delft verloor zijn onschuld in 1983, toen Cevdet Y. zes mensen doodschoot, onder wie een 12-jarig meisje. Hij kreeg officieel levenslang, maar dat geldt alleen voor de nabestaanden. Cevdet werd vader (helaas vallen sommige vrouwen op moordenaars) en werd na jarenlang procederen door een advocaat met misplaatste compassie vrijgelaten.

Mijn grote vrees is dat met Gökmen T. hetzelfde gaat gebeuren. Er zijn genoeg advocaten die meervoudige moordenaars een nieuw leven gunnen.

Het is bizar dat moordenaars vaak ongestoord doorleven, terwijl ik al talloze dierbaren vroegtijdig heb verloren door ernstige ziektes. De wegen der Voorzienigheid zijn ondoorgrondelijk. Ik zal dan ook nooit bidden voor wie of wat dan ook. Maar mensen die troost vinden in gebed moeten dat vooral doen. Míjn zegen hebben ze.