Rampjaar (2)

In mijn vorige column schreef ik dat IJsselstein zich in het Rampjaar 1672 wijselijk in haar lot schikte en de binnenvallende Franse troepen zonder slag of stoot toeliet, en daardoor het gruwelijke lot van Bodegraven ontliep. Zelfs de stadspoorten en het kasteel bleven gespaard, in tegenstelling tot het kasteel van Montfoort.
Jammer dat twee eeuwen later deze monumentale bouwwerken alsnog onnodig sneuvelden onder de slopershamer.
Misschien ver gezocht, maar ik vraag me af of IJsselstein zich óók in haar lot zou schikken als in het huidige Rampjaar 2022 vanuit Den Haag werd verordonneerd dat hier honderden asielzoekers worden geparachuteerd. De protesten zouden ook hier waarschijnlijk niet van de lucht zijn, maar of dat zou helpen... IJsselstein is wel een stuk groter dan Tubbergen, maar toch geen partij voor de Rijksoverheid.
En onderschat staatssecretaris Van den Burg niet. Hoewel hij ogenschijnlijk geen grip krijgt op de onbeheersbare instroom en daarom maar lukraak blijft dweilen met de kraan open, is hij mínstens even onverzettelijk als zijn voorgangster ‘Iron Lady’ Ankie Broekers-Knol, die de mensensmokkelaars en terugkeer blokkerende Noord-Afrikaanse regeringen deed sidderen voor haar onverschrokken daadkracht. De blik in zijn ogen laat daar geen twijfel over bestaan.
Overigens wil ik in deze column een lans breken voor (u leest het goed!) Johan Derksen. Ik heb mij wel eens laatdunkend over hem uitgelaten, en terecht. Maar hij heeft volkomen gelijk als hij de vloer aanveegt met de recente woke banvloek over de Winnetou-jongensboeken van Karl May, die Indianen zouden stigmatiseren. Die banvloek geldt dan ook voor de rolbevestigende meisjesboeken van Leni Saris en Cissy van Marxveldt.