Rampjaar

Allereerst wil ik mijn trouwe lezers bedanken voor de leuke reacties op het eerste lustrum van mijn column. Persoonlijke betrokkenheid staat bij mij hoog in het vaandel. Als columnist kan ik mij de luxe permitteren om niet altijd objectief te zijn, maar dat hoeft ook niet als je meestal gelijk hebt.

Maar ter zake: het Rampjaar.
Ik heb al eens geschreven dat ik waarschijnlijk mijn bestaan dank aan de Franse invasie van 1672, die mijn voorgeslacht van Waarder naar Sluipwijk verdreef. Vandaar dat ik misschien met bovengemiddelde interesse de aandacht voor de 350ste verjaardag van het Rampjaar in de media volg, al zal het traditionele onderwijs in de ‘Vaderlandse Geschiedenis' van mijn School met den Bijbel ongetwijfeld ook een rol spelen. Nóg zie ik meester Schrier met tranen in de ogen vertellen hoe de regering radeloos, het volk redeloos, en het land reddeloos was, met als dieptepunten de moord op de gebroeders De Witt en de Franse wreedheden in Bodegraven en Zwammerdam. IJsselstein was toen zo verstandig om de troepen van Lodewijk XIV zonder slag of stoot toe te laten, met als gevolg dat de stad werd gespaard. Zelfs het kasteel werd niet opgeblazen, zoals het kasteel van Montfoort.
Je kunt je inmiddels afvragen of 2022 ook een rampjaar is.
Corona is nog niet uitgewoed of de 'Zonnekoning' in het Kremlin zaait dood en verderf in Oekraïne, met enorme vluchtelingenstromen en torenhoge energieprijzen in heel Europa als gevolg.
Met de reddeloosheid van ons land zal het nog wel meevallen. Maar het volk lijkt ook nu redeloos, en de regering radeloos tegenover de landbouw- en asielmisère.

Wordt vervolgd.