IJsselsteinsch Studenten Corps

Femke gooit de krant met een grote boog in de hoek. "Goddank dat IJsselstein geen universiteit heeft”, verzucht ze. "Anders hadden we hier ook een IJsselsteinsch Studenten Corps met alle bijbehorende ongein.” Ze werpt een veelzeggende blik in mijn richting; "Één overjarige IJsselsteinse corpsbal is al meer dan genoeg!” Ik houd wijselijk mijn mond. De verwijzing naar seksistisch wangedrag door Amsterdamse corpsleden is overduidelijk. Ik kan natuurlijk zeggen dat ik mij in de jaren '70 en '80 gedurende mijn tienjarig lidmaatschap van het Delftsch Studenten Corps nooit aan een vrouwonvriendelijk woord of gebaar schuldig heb gemaakt, en dat dit ook geldt voor de meerderheid van de andere toenmalige corpsleden. Maar helaas waren toen - en nu nog steeds - het vooral de brulaapjes en omhooggevallen rijkeluiszoontjes die naar buiten toe het beeld bepaalden. Hufters trekken doorgaans de meeste aandacht; zie de boerenprotesten. Wel moet worden opgemerkt dat al decennia lang het publieke omroepbestel notoir corpsvijandig is en maar al te graag incidenten opblaast. Maar ieder incident is er één te veel, en helaas zijn veel corpsleden hardleers. Daar komt bij dat door de kortere studieduur nu voornamelijk pubers de studentensociëteiten bevolken. De respect afdwingende zevendejaars, die vanuit zijn leren fauteuil bij de open haard in een wolk van sigarenrook de jonge honden tot de orde roept, is uitgestorven. Het stemt me niettemin hoopvol dat Amsterdamse corpsleden zélf de noodklok hebben geluid en met een video en een brandbrief naar buiten zijn getreden. En het aftreden van de rector (voorzitter, in dit geval een vrouw) van het corps verdient respect. Femke is desondanks zeer sceptisch.