Ondersteboven

Onlangs meldde ik ten onrechte dat de IJsselsteinse vlag ondersteboven had gewapperd op de Pasqualinitoren. Ik was daarom voorzichtig met schrijven over de omgekeerde Nederlandse vlaggen die ik overal massaal zie opduiken aan lantaarnpalen in de hele regio. Honderden omgekeerde vlaggen! Wie betaalt dat, en wie hangt ze op? Na Black Lives en antilockdown is dit dé nieuwe protestrage geworden, die zich vanuit het boerenprotest nu over de volle breedte van het wappisme manifesteert.
Kennelijk wordt activistengekte onze nieuwe nationale traditie. Dit gesol met onze driekleur is symptomatisch voor de groeiende onverschilligheid tegenover onze oorspronkelijke nationale symbolen en tradities. Als veteraan heb ik daar moeite mee. Talloze soldaten sneuvelden voor onze vlag, en in 1945 was er vreugde alom toen hij na vijf jaar naziterreur weer vrijuit mocht wapperen; met het rood boven. We mogen een voorbeeld nemen aan de nationale trots van de Fransen, al zal niemand het merken als hún vlag ondersteboven hangt. Ondanks weerzin tegen de uitwassen van de boerenprotesten snap ik de boosheid over de dictatoriale manier waarop de Brusselse en Haagse regenten onze landbouwsector aan een tsunami van beperkingen onderwerpen. Dat milieufanatisme is nóg onverteerbaarder als je ziet wat motorrijders zich nog altijd massaal kunnen permitteren. Maar ik verwerp geklooi met onze driekleur, zeker als daar publiek eigendom voor wordt gebruikt. Daarom zouden provincie en gemeente het voorbeeld van Rijkswaterstaat moeten volgen en de omgekeerde vlaggen van straatlantaarns verwijderen.
Overigens gaan onze zuiderburen nu ook steeds meer omgekeerde Belgische vlaggen ophangen…