IJsselstein en Lopik werkten met omstreden fraudescorekaart
AlgemeenIJSSELSTEIN/LOPIK • IJsselstein en Lopik stoppen alsnog met het gebruik van een omstreden fraudescorekaart bij het opsporen van bijstandsfraude. Net als de gemeenten Nieuwegein en Houten gebruikten IJsselstein en Lopik de kaart tot deze week om een inschatting te maken of bijstandsaanvragers fraude wilden plegen. Aanleiding zijn vragen die de gemeenten kregen van journalisten van onder meer het radioprogramma Argos naar het gebruik van de meetmethode.
Zo kregen bijvoorbeeld woonwagenbewoners, bouwvakkers en mensen die een schoonmaakbedrijf hadden gehad meer punten dan hoogopgeleiden die in een ‘dure’ buurt woonden. Het gevolg was dat ze strenger werden gecontroleerd.
De kaart was in 2003 bedacht toen fraudebestrijding hoog op de politieke agenda stond. De risicoprofielen waarmee de berekeningen voor de kaart werden gemaakt, werden tot 2007 bijgewerkt, daarna stopten de subsidies voor het project. Bijna 160 gemeenten bleven hem tot twee jaar geleden gebruiken. Toen maakte de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) er een eind aan, nadat duidelijk was geworden dat het systeem onwettig was. Maar IJsselstein en Lopik gingen ermee door. Op vragen van Argos reageren gemeenten dat de kaart alleen als hulpmiddel is gebruikt en dat ze erop vertrouwden dat het rekenmodel achter de kaart deugdelijk was. Nu ook zij weten dat de informatie achter de kaart verouderd is, geven gemeenten aan ermee te stoppen.