Monumenten

IJsselstein heeft niet zo'n mooi poortgebouw als Montfoort, maar wél het unieke brandspuithuisje bij de IJsselpoort. Dit jaar bestaat het 400 jaar. Een corona trotserend enthousiast echtpaar exploiteert achter dit schilderachtige trapgeveltje het kleinste restaurant van Nederland. Zij hebben niet alleen aandacht voor koken, maar ook voor het behoud van het monumentale pandje. Monumentenbehoud vergt veel geld en toewijding. Als lid van een erfgoedcommissie loop ik daar regelmatig tegenaan. Voorbeeld: iemand met geld koopt een oude boerderij. Gelukkig is hij geen sloopgerichte grondspeculant, maar eigenlijk wil hij geen boerderij, maar een villa. En dan komen de argumenten; onderhoud is duur, de technische staat is slecht. Met slopen en herbouwen krijg je toch weer iets moois? Ik denk dan aan iemand die een oude T-Ford koopt en de vermolmde spaakwielen vervangt door lichtmetalen velgen. Als je zulke mensen hun zin geeft wordt de boerderij omgetoverd tot ‘boerderette': een soort luxe villa. De voorgevel blijft misschien overeind, maar het rieten dak wordt vervangen door een pannendak, wellicht ook nog duurzaam overdekt met het zwart glanzende ruitjespapier van zonnepanelen en met grote dakkapellen voor de slaapkamers. In de achtergevel komt een enorme glaspui, zodat je vanuit je designzithoek kunt genieten van het weidse uitzicht. En om de kosten te reduceren worden stal en hooiberg omgebouwd tot verhuurbare appartementen. Als de commissie dwarsligt laat een eigenaar soms het verval zijn werk doen, of de boerderij brandt stomtoevallig af op oudejaarsavond. Je kunt de eigenaar ook schoorvoetend zijn zin geven, maar wees dan niet verbaasd als hij later de boel met dikke winst doorverkoopt en naar Frankrijk verhuist.