Bouwkoorts

Aan mijn Delftse studententijd heb ik goede vrienden overgehouden. Enkelen daarvan studeerden Elektrotechniek. Als bouwkundige heb ik hun vakgebied altijd als een duister labyrint beschouwd. Voorbeeld: mijn deurbel was kapot. Ik was handig genoeg om de versleten drukschakelaar te vervangen, maar tevergeefs. Een elektricien bracht uitkomst: "Uw deurbel werkt op een batterij. Heeft u die ooit vervangen?”.Moraal: schoenmaker blijf bij je leest. In de politiek werkt dat anders. Juf Sigrid blijkt, behalve specialist inzake ontwikkelingssamenwerking en internationale organisaties, nu ook onze schatkist te kunnen beheren. En corona-Hugo mag zich, nu hij tóch niet door de Kamer is weggestuurd, voorlopig met een andere epidemie bezighouden: de bouwkoorts. Het herinnert aan de jaren '60, toen Hugo's huidige departement ‘Volkshuisvesting en Bouwnijverheid' heette. Toen woedde er een door de naoorlogse woningnood aangewakkerde bouwepidemie van ongekende omvang, met nieuwbouwrampen als de Bijlmermeer en Hoog Catharijne als treurig gevolg. Ik vrees dat Hugo het woningtekort net zo overhaast wil aanpakken als het tekort aan mondkapjes in 2020; uiteraard tot groot genoegen van de talrijke geldbeluste Sywerts in de bouwwereld. Hugo wil zelfs gemeenten dwingen tot het aanwijzen van bouwlocaties; ongetwijfeld koren op de molen van de Kromme-IJsselverpesters in onze gemeenteraad. Ik heb de eerste 25 jaar van mijn leven gewoond in Nootdorp, een agrarisch dorp bij den Haag. Na het verdwijnen van vliegveld Ypenburg was de weg vrij voor Haagse expansie en is het dorp met het landschap eromheen door grootschalige verstedelijking volledig naar de bliksem geholpen. Ik vrees voor het lot van mijn geliefd IJsselstein...