Nuance, goed bestuur en verkiezingen

In Het Kontakt Zenderstreeknieuws van 18 januari las ik de ingezonden brief van de heer Bouw, LDIJ IJsselstein, over de zelfstandigheid van IJsselstein als gemeente. Lopik stond er in die bijdrage nou niet bepaald goed op. Als Lopiker heb ik dan wel de behoefte om te reageren.
En inderdaad, niets is mooier om IJsselstein of Lopik te laten voor wat zij nu is. Echter, de wereld om ons heen verandert. We zien dat steeds meer taken van de landelijke overheid bij de gemeente worden gelegd. En er ontstaan ook nieuwe taken. Denk bijvoorbeeld aan de energietransitie. Zetten we windmolens, leggen we zonnevelden aan. Waar? Voor al deze zaken zijn specialisten nodig. Die vind je niet voor het deeltijdwerk en karig loon dat een kleine gemeente kan bieden.
Groter worden. De vraag is dan met wie ga je opschalen? Is dat enkel met de buurgemeente of kijk je ook verder om je heen en zoek je het gesprek met meerdere gemeentes. Dhr. Bouw wekt de indruk dat alleen de combinatie IJsselstein met Lopik er ligt. Ik vind dit helemaal niet voor de hand liggen. De combinatie IJsselstein/ Lopik is dan nog steeds klein, waardoor de geschetste problemen nog niet zijn opgelost. Daarnaast is het heel reëel te veronderstellen dat de omliggende (kleinere) gemeentes dezelfde problemen hebben. Een grotere combinatie is dan wellicht zo gek nog niet. Dit biedt tegelijk een stevig tegenwicht aan stad en provincie Utrecht.
Twee gemeentes financieel beoordelen op alleen de ozb en de precariorechten is natuurlijk te kort door de bocht. Er zijn meer kenmerken die de financiële toestand van een gemeente duiden. Accountantsburo DBO heeft onlangs een studie gedaan naar de financiële toestand van alle gemeentes van Nederland over 2020. Uit dat rapport blijkt bijvoorbeeld dat de schuldquote van IJsselstein hoger ligt dan van Lopik. IJsselstein kreeg uit de studie het rapportcijfer 8. Lopik een 9.
De vraag is of financiën nu het belangrijkste argument is in de toekomstdiscussie voor gemeentes in onze regio. Natuurlijk, de begroting moet op orde. En bij veel gemeentes, ook Lopik, is dat moeilijk. Met schaalgrootte kun je meer doen. Het belangrijkste argument voor de VVD Lopik is evenwel de vraag: kunnen wij onze inwoners die kwaliteit van bestuur bieden, die zij verdienen, en blijven we dan nog zelf aan het roer? In onze visie is opschaling daarvoor nodig. Tegelijkertijd dienen we aandacht te hebben voor de kracht en de identiteit van de kernen en deze te borgen. Dit is voor ons een randvoorwaarde.
Kortom, niet terug uitkijken naar het jaar 1308 en vasthouden aan het bestaande, maar inspelen op veranderingen en de gemeente inrichten voor de generatie die na ons komt.

Adwin van Schaaik, VVD Lopik