Kappen

In mijn vorige column Elfstedentocht (2) ontbrak in de laatste zin het woord muts. Niet veroorzaakt door een typefout maar door woke software die seksistische scheldwoorden automatisch verwijdert; vandaar. Goed, een vrolijker onderwerp: sinds 15 januari mogen beoefenaars van contactberoepen weer aan de slag. Zelfs de sekswerk(st)ers kunnen er weer tegenaan, zij het met mondkapjes. Over dat laatste heb ik twijfels, want sommige onderdelen van de bedrijfsvoering in die branche zijn met mondkapjes onuitvoerbaar. Maar dat terzijde. Ook de kappersbranche nam juichend de schaar weer ter hand onder het motto ‘Hoera, er mag weer gekapt worden!' Onze gemeente had op dat motto al een voorschot genomen, maar op een geheel andere manier. Inderdaad, er wérd al driftig gekapt: de bomen langs de Utrechtseweg. Het zal weinigen ontgaan zijn, zeker door de spitsdrukte op de Televisiebaan en Europalaan. De krokusperkjes langs de Utrechtseweg bevinden zich straks in een kale omgeving totdat de nieuwe boompjes tot wasdom komen. Menigeen zal zich afvragen waarom het fraaie geboomte gekapt moest worden. Nu lijkt het groenonderhoud binnen IJsselstein al langer onderhevig aan een kapcultuur; kijk naar de kale Clinckhoef. Wellicht verklaarbaar omdat het groenonderhoud grotendeels is uitbesteed aan een reinigingsbedrijf, dat per definitie is gespecialiseerd in weggooien. Er wordt wel érg makkelijk geschermd met argumenten als wortelschade aan leidingen, wegdek en funderingen, gevaar voor omvallen, loswaaiende takken, ziekte, ouderdom en vervuiling door herfstbladeren. Zo kan half IJsselstein wel van bomen worden ontdaan. Om maar te zwijgen over de Randdijkse bosjes. Ik zeg: 'Kappen? Kap ermee!'