Hoogbegaafd en toch slechte cijfers
Algemeen
955
keer gelezen
IJsselstein - Daniël (13) zit in de tweede klas van het Cals Technasium. Een leuke knul, die later piloot of softwareontwikkelaar wil worden. Een slimme leerling ook, die toch veel moeite heeft om goede cijfers te halen. Daniël is hoogbegaafd.
School is niet zijn ding. Dat begon volgens moeder Suzanne al op de basisschool. “In groep 6 bleek dat hij een hoog IQ had, maar uit de Cito-toets in groep 7 kwam een mager havo/vwo-advies. Jarenlang piekten zijn cijfers alle kanten uit.” Aanvankelijk dachten zijn ouders dat de slechte cijfers werden veroorzaakt als terugslag van een sterfgeval in de familie of door verveling op school. “Hij was niet gemotiveerd.” En nog niet.’’
“Ik haal slechte cijfers”, vertelt Daniël. Hij vindt huiswerk niet leuk, de schooldagen te lang en het weekend te kort. Schrijven is moeilijk. “Ik kan beter vertellen dan schrijven. En ik schrijf lelijk.” Wat wel leuk is: gym en zijn gekozen vak Onderzoek en Ontwerp. Hij vertelt met glinsterende ogen: “Dan krijg je een opdracht om zelf iets te ontwerpen en een prototype te maken.” Nadeel: “Ik moet in een groepje werken. Volgens de anderen doe ik niets, terwijl ik het idee heb geopperd, ik op het laatst ons ontwerp helemaal heb verbeterd en een PowerPoint heb gemaakt. We moesten elkaar cijfers geven. De leraar weet niet wat ik heb gedaan, want dat heb ik niet in mijn verslag geschreven.” Hij is boos over zijn magere cijfer.
Begeleider Jacqueline Koster van Fit4School herkent de hoogbegaafdheid. “Daniël schrijft lelijk omdat hij snel denkt Iemand die hoogbegaafd is schakelt op een hoger niveau en kan dat vaak niet overbrengen. Dat maakt samenwerking moeilijk.” Vervolgens ontstaan faalangst en frustratie. “Het zelfvertrouwen krijgt een deuk door slechte cijfers en afwijzing door anderen. Analyse, onderzoek en creativiteit zijn hogere denkvaardigheden, terwijl het standaard onderwijs is ingesteld op onthouden, begrijpen en toepassen. Kinderen die hoogbegaafd zijn passen zich aan, waardoor de hoogbegaafdheid onzichtbaar wordt.”
De gevolgen niet: “Ze lijken zich te vervelen, worden depressief of kabbelen door tot het examen, waar het mis gaat. Daarnaast ontbreekt vaak doorzettingsvermogen, omdat een hoogbegaafd kind de kennis ‘aangewaaid’ lijkt te krijgen.”
Ook dat weet moeder Suzanne; “Daniël slaat kennis op, maanden lang, maar bij de toetsen gaat het mis. Jammer dat daar op de scholen weinig aandacht en herkenning voor is. Extra werk of verrijkingsopdrachten zag Daniël eerder als straf dan hulp.”
Of Daniel blij is met zijn hoogbegaafdheid? “Een beetje, maar daar ik heb er nu niet veel aan”, besluit hij. Om zich vervolgens weer af te sluiten in een stripboek.