Onze pingpongbal (deel 2)
Algemeen
102
keer gelezen
Een aantal maanden geleden schreef ik over onze pup. Een zwart wollig hondenbeest wat op de puppytraining veel weg had van een pingpongbal. Met haar stuitergedrag kreeg ze het makkelijk voor elkaar mijn stabiliteit danig aan te tasten met de vraag ‘wat doe ik verkeerd?’
Inmiddels is ons puppenbeest gemiddeld een kilo per week gegroeid, staat ze 55 centimeter van de vloer en lijkt het bijna een volwassen koningspoedel. Ik zeg met nadruk, lijkt! Want het puppygedrag is alleszins verdwenen. Als de krant door de brievenbus glijdt en mevrouw net in de gang haar dutje doet, heb ik in een mum van tijd slechts wat snippers om op te ruimen. Ik las hem zelf heus wel goed maar momenteel wordt hij hier met recht verslonden.
Als ik na een vermoeiende werkdag op de bank neerplof en mijn schoenen van mijn voeten doe, zie ik in een ondeelbaar ogenblik mijn schoenen naar de achterdeur verdwijnen. Gretig als prooi in haar bek om eens lekker op te gaan kauwen. De lectuurbak die zo leuk onder het tafeltje stond staat al weken op een hoger plan. En het wasgoed in de mand, klaar om buiten op te hangen, ligt voordat je het weet wijd verspreid over de vloer in onze kamer.
Nee, onze pup is dan wel groot geworden, maar de ondeugendheid is er nog volop. De commando’s ‘foei’, ‘zit’ of ‘laag’ klinken regelmatig door ons huis. Belonen, negeren en vooral consequent zijn behoren tot ons opvoedrepertoire. Steeds weer herhalen en blijven oefenen zeggen ze op de kynologenclub. Het vraagt van mij oefening en overtuigingskracht. Als ik niet geloof in de commando’s die ik geef wordt het niks. Ik moet de leider zijn en haar dominante gedrag steeds de baas blijven.
Het trainen van mijn pup is daarmee als een pingpongbal. Want terwijl ik haar aan het trainen ben train ik eigenlijk mezelf. Wat heb ik soms nog veel te leren!