Spinnen tellen

Eerder schreef ik over de jaarlijkse tuintellingen van vogels en vlinders. De nationale tuin vogeltelling in januari is het meest favoriet. Maar liefst 77.000 mensen doen hier aan mee en ruim 1.271.486 vogels zijn gespot. Dat geeft een goed beeld van de vogelstand. Dan heb je de vlindertelling in juli. Ook nog populair. Totaal aantal getelde vlinders 126.291 door 15.000 doorgegeven tellingen. In april volgt de bijentelling. Hiervoor deden 5.356 mensen hun best om de diverse soorten bijen door te geven. Nog best een ingewikkeld klusje. Het resulteerde in 53.740 getelde bijen in Nederland. Je kunt dus van alles tellen in je eigen tuin en daarmee een steentje bijdragen aan de landelijke gegevens over de stand van zaken in de natuur.

Ze komen er bedroevend af

Maar vorig weekend was het Nationale spinnentelling. Ach, die komen er maar bedroevend af. Er is dit jaar maar in 102 tuinen geteld: het laagste aantal deelnemers van de afgelopen vijf jaar meldt het Kenniscentrum Insecten. Het aantal tellers en de plekken waar zij tellen varieert flink per jaar, waardoor de uitkomsten niet zomaar te vergelijken of analyseren zijn, aldus het kenniscentrum. En net als met de vogels, vlinders en bijen gaat het met de spinnen ook niet goed. Het gemiddelde aantal getelde spinnen per tuin wordt steeds kleiner. Dit jaar net geen 17 per tuin. In 2015 waren dat nog gemiddeld veertig spinnen per tuin. Eerlijk toegeven, ik heb nog nooit mijn spinnen geteld, laat staan dat ik de vele verschillende soorten bij name ken. De kruisspin, die het meeste voorkomt, natuurlijk wel maar de anderen uit de top tien zoals de trilspin, venstersectorspin, de herfsthangmatspin, gewone strekspin, en de herfstspin ken ik niet zo goed. Vanaf vandaag ga ik er eens beter naar kijken. Onze achtpotige huis- tuin en keukenvrienden verdienen het dat ik ze bij name ken voordat ik ze liefdevol en soms minder liefdevol verwijder. Misschien ga ik ze dan ook beter waarderen.

Margreet Nagtegaal