Cremnofobie en tandarts
Algemeen
126
keer gelezen
Ik fiets naar huis op een zonnige zomerdag, net terug van een fikse tandartsbehandeling, waar ik als een berg tegenop zag. De reden: een gebroken brug. Enkele weken geleden brak er een stuk af en de tandarts meende dat ik daar nog gerust mee op vakantie kon. Toch zweefde de hele vakantie die onvermijdbare tandartsbehandeling als een woeste donderwolk boven me. Ik probeerde weliswaar heel mindful mijn gedachten te verzetten, maar zoals het met wolken gaat, gaat het ook met mijn gedachten: steeds weer komen ze voorbij.
Geef mij maar de polder, het strand en de duinen
Ik fiets dus terug naar huis van de eerste sessie tandarts en het is me enorm meegevallen. Waar ik als een berg tegenop zag, blijkt niet meer dan een ieniemienie heuveltje en ik denk terug aan mijn recente vakanties. Vorig jaar met de trein naar de toppen van de Pyreneeën en dit jaar naar de iets minder steile Vogezen; ook bergen waar ik tegenop zag. Ik ben er na deze vakanties achter gekomen dat de bergen niet echt mijn ding zijn. Geef mij maar de polder, het strand en de duinen. Wégkijken wil ik, liefst heel ver! En níet vanaf de top van een berg; daar kun je immers vanaf donderen. Ploeterend een berg opklimmen draagt ook beslíst níet bij aan mijn vakantiegevoel. En met een auto op zo’n smalle bergweg wil ik écht géén tegenligger tegenkomen. Conclusie: ik heb cremnofobie; angst voor steile bergwanden. Voor mij geen bergen meer waar ik tegenop zie, of het moet de Sint-Pietersberg zijn. Ik denk dat ik dat nog wel aan kan. Geef mij voortaan maar de Zeeuwse kust of de duinen van Ameland als vakantiebestemming. Dat is ook lekker dichtbij. In een tijdperk waar we ons voor vliegen gaan schamen, is dat nog wel zo’n milieubewuste keuze.
Marie-José de Zeeuw
KlimaatneutraalIJsselstein.nl