Hellup!
Algemeen
325
keer gelezen
Naast mijn bed zit de verpleegster. Ze zoekt op mijn hand een goede ader om het infuus in aan te brengen. Terwijl ze aandachtig en zorgvuldig haar werk doet en de naald vakkundig in de opgezwollen ader prikt, hoor ik in de gang iemand roepen. “Hellup, hellup!”
De verpleegster blijft rustig en onverstoord haar werk doen. Even later opnieuw geroep, het is niet ver van mijn kamer vandaan. “Hellup! Hellup!” Het klinkt rustig. De zuster lijkt niet verontrust. Een paar minuten later opnieuw. Hellup, hellup!
In gedachten zie ik iemand op een ladder staan
Ik word er nu wel wat onrustig van. In gedachten zie ik iemand boven op een wankele ladder staan die er niet meer af kan komen. Ik weet ook niet waarom ik die associatie had, maar het klonk mij niet als een patiënt in de oren. Vragend kijk ik mijn verpleegster aan, “Moet je niet gaan kijken?” Ze lacht me vriendelijk toe terwijl ze me geruststelt dat het niet nodig is. Wat een rare situatie. Je hoort iemand duidelijk help roepen en niemand reageert. In de loop van de dag hoorde ik allerlei variaties van hulpgeroep. “Zuster! Is er iemand? Waarom komt er niemand?”
Een broeder nam in de loop van de dag de dienst op de afdeling over en ik hoorde dat hij bij de patiënt ging kijken toen hij opnieuw riep. “Ik heb wel 265.000 keer geroepen en er komt nooit iemand,” mopperde de man. De broeder praatte vriendelijk met hem mee. “Ik vind het schandalig, dat zou niet mogen gebeuren. Maar nu ben ik er.”
Wat een tact, wat een inlevingsvermogen moeten de mensen in de zorg toch maar elke dag opbrengen voor zoveel verschillende mensen die ze moeten verzorgen. Petje af voor hen. Ze verdienen echt meer! De pamfletten voor een betere cao her en der op de ramen geplakt roepen hetzelfde als deze man. Wie luistert daar nu eens naar?
Margreet Nagtegaal