Op de fiets naar de binnenstad...

Hoe gaan IJsselsteiners naar de binnenstad? Met de fiets of met de auto? Zenderstreeknieuws vroeg het een aantal plaatsgenoten. De fiets blijkt populair. ‘’Maar het moet wel goed weer zijn.’’

IJSSELSTEIN - Nick en Thomas Wiegeraad en hun moeder en oma, Lida en Ada Lenting, lopen met tassen vol boodschappen in de IJsselsteinse binnenstad. ‘’We zijn lopend gekomen vanaf het huis van oma’,’ zeggen Nick en Thomas. Moeder Lida vult aan: ‘’Vanaf de woning van mijn moeder is het maar een klein eindje naar de binnenstad. Waarom zouden we dan de auto nemen op die korte afstand? Dat kost veel meer tijd.’’
Oma stelt bovendien vast: ‘’Een beetje beweging is ook altijd goed...’’ Lida: ‘’Parkeren is niet altijd even makkelijk. Je bent tijd kwijt om een plek te zoeken en je moet nog betalen ook.’’
Moeder en dochter Venema komen het liefst met de fiets. ‘’Behalve als het echt slecht weer is. Met de fiets ben je veel sneller dan met de auto. Soms hebben we helemaal niet zo’n zin om te fietsen. Dan gaan we met de auto, maar dan zit je weer met het probleem dat je een plek moet zoeken om te parkeren. En dat kost geld, dus dat doen we liever niet.’’

Zijn er voldoende parkeerplekken voor tweewielers? ‘’Op zich wel. Maar de fietsenrekken staan vaak vol en dan moet je de fiets ergens anders neerzetten. Dat levert een minder mooi straatbeeld op, het wordt wat rommelig. Maar ja, je moet je fiets wel kwijt.’’

Twee dames die niet met naam en toenaam in de krant genoemd willen worden, plaatsen net hun fiets in een rek als hen wordt gevraagd hoe zij meestal naar de binnenstad komen. ‘’Meestal met de fiets. Maar dan moet het wel goed weer zijn. ‘’ Volgens de beide vrouwen is er voldoende mogelijkheid om de fiets te stallen. ‘’Maar toch zie je dat mensen hun fiets her en der tegen een muur zetten. Of pal voor een etalage. Dat doe je toch niet?’’
Paula van Waveren vertelt dat ze meestal met de fiets naar de stad komt. Parkeerplekken zijn er voldoende, vindt ze, maar in de winkelstraten is het volgens haar vaak onduidelijk waar je nu wel of niet mag fietsen. ‘’Je moet altijd goed uitkijken waar je loopt. Ik ben gelukkig nog nooit ondersteboven gereden...’’
An den Daas parkeert net haar fiets als haar wordt gevraagd hoe zij meestal naar de binnenstad komt. ‘’Op de fiets als het even kan. In IJsselstein zijn ze trouwens lang niet zo streng als in Utrecht, als het om fout geparkeerde fietsen gaat. In Utrecht hebben ze een wegsleepbeleid en krijg je een boete van negentig euro. Maar in IJsselstein gaat het er allemaal wat gematigder aan toe. De weinige keren dat ik met de auto kom, moet ik soms wel zoeken naar een plekje. Met de fiets is het makkelijker.’’