Moderne techniek
Algemeen
156
keer gelezen
Ik mopper vaak over de moderne elektrotechniek die het leven niet makkelijker maakt, maar compliceert. Ik kan daar tientallen columns over schrijven, maar na deze stop ik er voorlopig mee, teneinde niet te verchagrijnen.
Ik lijk toch al vaak een ‘grumpy old man’: mijn idolen zijn Statler en Waldorf uit de Muppet Show. Als jochie zag ik Swiebertje en Pipo ‘Sapperdeflap’ de Clown op de zwart-wit televisie. Dat ding deed het altijd. Een klap op de bakelieten kast verhielp elke storing. Als hij destijds niet voor een kleurenbuis was verruild zou hij het nog steeds doen.
Over computers zal ik maar zwijgen
Kom daar tegenwoordig eens om! Altijd mankeert er wat aan die troep. Kabelstoringen (heeft u al glasvezel?), de schotel (ik woon in IJsselveld-Oost) moet opnieuw gericht worden, de decoder gereset of vervangen, het beeldformaat deugt niet, enzovoort. Gelukkig ben ik niet buisverslaafd; televisie heeft tegenwoordig weinig anders te bieden dan door reclamegetreiter onderbroken John-de-Mol-na-aperij. Over computers zal ik maar zwijgen na de zoveelste vastgelopen update. Fabrikanten verzinnen steeds iets nieuws, zodat je spullen snel verouderd zijn. Niet omdat nieuw beter is, maar omdat ze nog meer spul moeten verkopen om de concurrentie voor te zijn. En omzet hebben ze tóch al, want elektronica wordt bewust zo weinig degelijk gemaakt dat het snel kapot gaat. Daarom kan ouderwetse mechanische techniek mij ontroeren. Zoals een tweehonderd jaar oud kerkorgel dat klinkt alsof het gisteren gebouwd is. Misschien gek, maar ik schoot vol toen in het Utrechtse museum Speelklok een kermisorgel uit 1900 met veel gepuf en geklik, een prachtig gearrangeerd ‘Zelfs je naam is mooi’ van Henk Westbroek speelde. Daar kan geen elektronica tegenop.
Rinus Verweij