Moorkoppen

Den Bosch is een gezellige stad, en dat staat los van het binnenkort weer losbarstende Carnaval. Deze mooie stad met zijn prachtige kathedraal van Franse allure - waar gelukkig zorgvuldiger mee wordt omgesprongen dan met de Parijse Notre Dame - is namelijk de bakermat van de fameuze Bossche bol. Ik mag geen reclame maken, maar onthoud de naam Jan de Groot. Zoals de Oeteldonkers zeggen: ‘Eg waor, unne goeie Bossche bol, da’s keigoei voeier, en da gaot er goe in!’

Ik snap niet waarom er nog jodenkoeken te koop zijn

Een bijkomende verdienste van de makers van deze lekkernij is de vooruitziende blik waarmee destijds voor een politiek correcte benaming is gekozen. Het belang daarvan is nu zichtbaar met het gedoe rondom de aloude moorkop - een klein soort ‘Bossche bol’ - die onder vuur ligt en tot roomkop of chocoladebol moet worden omgedoopt. Vandaar dat natuurlijk de criminaliteit onder kansloze asielzoekers wordt genegeerd; want nieuwe benamingen zijn véél belangrijker! Gelukkig zijn er al belangrijke vorderingen gemaakt. Zo werd jaren geleden al korte metten gemaakt met de zogeheten negerzoenen. Niet iedereen besefte onmiddellijk het belang van deze naamsverandering voor de toekomst van de multiculturele samenleving. Ik ook niet. Een kennis zei toen: ‘Ik snap dat negerzoenengezeur niet. Het is toch een unieke positieve associatie met de gekleurde medemens?’ Ik antwoordde toen argeloos: ‘Doe niet zo beperkt joh, er zijn veel meer positieve associaties. Denk aan Zwarte Piet.” Oei, helemaal fout.

Maar ik ben bekeerd: wég met de moorkop! ‘Moor’ is een scheldwoord voor negers en moslims. Het misdrijf moord moet ook anders genoemd worden; te veel gelinkt aan ‘Moor’. Ik snap dan ook niet waarom er nog jodenkoeken zijn. 

Rinus Verweij