Woorden komen en gaan
Algemeen
135
keer gelezen
Taal beweegt. Nieuwe woorden ontstaan doordat iemand ze ineens gebruikt, door de hypermoderne wereld van internet en digitalisering en ook door een crisis zoals de coronacrisis. Die woorden ga ik hier maar even niet noemen om geen irritatie op te roepen. Ik lees trouwens wel dat we allemaal voor het gemak het lange woord zijn gaan afkorten in “corona”. Hetgeen ook heel veel andere betekenissen heeft. Maar dat terzijde. Ik had het over nieuwe woorden. We rijden wel eens bij Waarder onder het viaduct door en daar staat op een bord een opvallend woord. “Bus halteert op de rijbaan”. Ik snap de betekenis natuurlijk wel. Maar het woord heb ik nog nooit gehoord. Internet schijnt het al langer te kennen. “Ik halteer, hij halteert enz. Wat grappig, ik zou denken dat alleen een bus en trein halteren. Maar goed. Nog even wat verder gesnuffeld en ik loop behoorlijk achter in mijn taalkennis heb ik gemerkt. Er schijnen heel wat nieuwe diersoorten te zijn gekomen; drugsezel, filesharing en juichaapje.
Apenstaartgeneratie
Maar ook mijn Bijbelse taalkunde loopt achter, wat te denken van; datazondvloed, hiernumaals of klimaatprofeet. Internet heeft natuurlijk de grootste stroom van nieuwe woorden gegenereerd. De kinderen die geboren werden tussen 1990 en 2005 worden de apenstaartgeneratie genoemd. Andere benamingen die ik tegenkom zijn beeldschermgeneratie, duimgeneratie, Fox-kidsgeneratie, i-generatie of webgeneratie. In gedachten zie ik u instemmend knikken. Het klopt!
Hoe dan ook. Woorden komen en woorden gaan. En soms hangt er ineens een andere betekenis aan. Contactloos heeft niets te maken met weinig contacten, en loomen doen we ook gewoon aan de keukentafel. Een snapchat is geen versnapering en raw food juist wel.
Ik hou van taal. Dat zal u niet verbazen. En daarom raak ik op drift van een woord op een bordje in het gewone Waarder.
Maar nu halteer ik ook.
column Margreet Nagtegaal